Kees Stap heeft het snelschaakkampioenschap van Wageningen gewonnen. Met verrassend gemak bleef hij met een score van 6½ uit 7 zijn concurrenten in de finalepoule ruim voor. Op anderhalf punt eindigde John Cornelisse als tweede. Stefan Bekker had nog een punt minder, maar werd nog wel derde.
In de voorronden werd al hevig strijd geleverd voor de acht plaatsen in de finale. Daar had Stap het wel lastig. Ondanks een nederlaag tegen John Cornelisse, wist hij zich op het nippertje te plaatsen. Favorieten als Erik van den Dikkenberg en Hotze Tette Hofstra vielen daarbij buiten de boot. Fred Jonker Stefan, Bekker, Noël Bovens, John Cornelisse, Frans van der Wall, Bert Torn, Kees Stap en Johan van den Brink bleken het sterkste van het hele veld.
In de finale was het al snel duidelijk dat Stap de man in vorm was. Waar de concurrenten elkaar pijn deden, boekte Stap zege na zege. Na vier ronden had hij Bekker, Bovens, Cornelisse en Van der Wall verslagen en stond daarmee reeds twee punten voor. In de vijfde ronde haperde de motor even tegen Bert Torn, maar de remise was voor Stap niet ongunstig. Een zege tegen Van den Brink betekende de titel voor Stap, die het kampioenschap nog extra glans gaf met een overwinning tegen Jonker.
Cornelisse had van de concurrenten de beste eindsprint. Drie zeges op rij bezorgden hem het zilver. Bekker en Van der Wall haalden vier punten, maar omdat Bekker de onderlinge partij won, was het brons voor hem.

Eindstanden: